Sensorische Informatieverwerkingstherapie

In combinatie met Energetische Therapie maak ik binnen mijn praktijk gebruik van de reguliere behandeling die ingezet wordt bij kinderen met Sensorische Informatieverwerkingsproblemen. Hieronder volgt een globale beschrijving van wat deze therapie inhoud:

Bron: Kranowitz, C.S. (2015). Uit de pas. Amsterdam: Nieuwezijds B.V.

Onder leiding van een therapeut doet een kind actief informatie op uit beweging en aanraking, op een speelse, betekenisvolle en natuurlijke manier, die zijn hersenen in staat stelt deze fundamentele neurale boodschappen te moduleren. Het kind reageert gunstig op sensorische informatieverwerkingsbehandeling, omdat zijn zenuwstelsel plooibaar is. Bij zo’n therapie leert een kind succes te hebben.

Activiteiten die worden aangeboden zijn op het kind afgestemd. Er wordt een programma ontworpen op basis van het kind zijn persoonlijke behoeften, waarbij hij in haar zintuiglijke systeem zal teruggaan tot waar de eerste vaardigheden zijn verworven. Aan de hand van de reacties zal de therapeut het kind door activiteiten heen loodsen die het centrale zenuwstelsel en het vermogen om op een georganiseerde manier op prikkels te reageren negatief beïnvloeden. 

Zo kan een kind bijvoorbeeld problemen hebben met springen, klimmen, op een driewieler fietsen en zich aankleden. Als de oorzaak daarvoor in de sensorische informatieverwerking zit los je dat niet op door haar gericht te leren springen, klimmen, fietsen en aankleden. Het kind heeft geen behoefte aan springlessen, maar aan gelegenheden om alle prikkels te leren integreren die nodig zijn om zulke vaardigheden uit te kunnen voeren. Een gekwalificeerd therapeut kan dankzij zijn kennis en de uitnodigende materialen en oefeningen die hij aanbiedt zulke gelegenheden creëren. Enkele voorbeelden van dit soort activiteiten zijn:

    • Om tactiele discriminatie te verbeteren: puzzelstukjes zoeken in een bak met bonen;
    • Om het evenwichtsgevoel te verbeteren: op een grote, therapeutische opblaasbaar zitten of liggen;
    • Om de motorische planning te verbeteren: over een hindernisbaan lopen;
    • Om een beter lichaamsbewustzijn te ontwikkelen en de posturale zekerheid te verbeteren: vooroverliggeld op een speciale schommel heen en weer schommelen om specifieke bewegingsprikkels te ervaren;
    • Om de tactiele afweer te verminderen: spelen met scheerschuim, klei, zand en ander sensopatisch materiaal;
    • Om de houdingsonzekerheid te verminderen: zachtjes op een platformschommel schommelen en op een trampoline springen;
    • Enzovoort…

De belangrijkste factor die het succes van de therapie zal bepalen, is de behoefte van het kind om zijn omgeving te verkennen en er dingen van te leren.